VOEL - De tweede stap van het interactie model uitgelegd
maandag 21 november 2022
Het interactie model is ontstaan om ouders aan de hand van een model uit te leggen hoe ze hun situatie anders kunnen benaderen. Vaak komen ouders met voorbeelden waarin de onderlinge communicatie niet lekker verliep. Het komt ook voor dat zij niet begrijpen waarom het kind zo fel op hen reageert. Of er is knallende ruzie tussen de kinderen en dat zijn ze helemaal zat. Een vaak genoemde opmerkingen op het intakeformulier is:
"Onze kinderen hebben zo'n grote mond en luisteren gewoon niet. We zijn het helemaal zat. Als we vragen hoe het op school was, krijgen we alleen maar een kort antwoord. Het is gewoon niet meer gezellig thuis."
Aan de hand van de persoonlijke situatie onderzoekt Gezinscoach hoe de interactie tussen ouders en/of met de kinderen is verlopen en dat toetsen we samen op het model, zodat het de volgende keer soepeler verloopt. Ouders kunnen direct in de praktijk toetsen of de reactie van de ander milder wordt door het volgen van het interactie model.
De tweede stap is VOEL. Ofwel, voel welke emotie er bij je opkomt en waar je dat voelt. Niet meer niet minder.
Nadat je naar de situatie toe bent gelopen (als je er al niet was) en stap 1 hebt doorlopen(KIJK) is het nu van belang om niet de situatie, maar jezelf te observeren door te voelen. Wat denk je, wat voel je en waar in je lichaam? Dit kan binnen die vroeger aangeleerde 'even tot 10 tellen'. Hoe vaker je dit oefent, hoe sneller het gaat. Het is een stukje gedragsverandering bij jezelf.
Thuis reageer je net iets anders dan op je werk of tegen je vrienden. Thuis heb je net een korter lontje. Ben je wellicht wat kortaf of vind je dat de kinderen gelijk naar je moeten luisteren. Wat de reden dan ook is, je reageert sneller zonder even stil te staan bij de situatie. En dat herkent bijna iedere ouder.
Door eerst even te voelen, krijg je je emotie beter onder controle en daarmee ook je reactie. Ik ga verder met het eerste voorbeeld dat ik heb genoemd bij KIJK. Je ziet je dochter in haar kamer. Ze kijkt boos en staat met haar armen over elkaar. De spullen van haar bureau liggen op de grond. Ze zegt niks.
Herken je je eigen reactie in onderstaande reacties?:
'Nu is het weer een zooitje in je kamer!'
'Ga nu eens voorzichtig met je spullen om!'
'Heb je weer alles op de grond gegooid. Nu ben ik er klaar mee!'
Voordat je ook maar iets zegt, bedenk je wat voor emotie er in je opkomt. Ben je boos, verdrietig en zo ja, waar voel je dat in je lichaam? Veelal krijg je door eerdere situaties een bepaald herkenbaar gevoel in je lichaam. Je krijgt een rood hoofd, voelt een druk op je borst, knijpt in je handen, je slaat dicht en er komen helemaal geen woorden meer uit je mond. Wat voel je en waar?
Door even een paar tellen te nemen om dit te observeren bij jezelf, krijg je je emotie onder controle en kun je het verzachten. En daarmee zet je een belangrijke stap naar een gewenste reactie i.p.v. een impulsreactie.
Dit zijn de eerste twee stappen in de observatiefase. KIJK en VOEL. Volgende week volgt meer uitleg.
Als je gelijk aan de slag wilt, boek dan een gratis kennismakingsgesprek. Lees anders volgende week de uitleg over de volgende stap ERKEN.